Verdere pagina's over dit onderwerp: plaatsing van antennes, antenne aanpassing
Antennes bezitten een eigenschap die reprociteit wordt genoemd. Dat is een dure manier om te zeggen dat een antenne even goed zendt als ontvangt. Kortom wanneer je kan zenden op een antenne is deze ook geschikt voor het ontvangen.
De keuze van een antenne is afhankelijk van een aantal factoren. Aangenomen dat je meer wil dan een eenvoudig draadje op het balkon, gaan we de eigenschappen eerst eens op een rijtje zetten. Wordt de antenne vast of draaibaar opgesteld? Is er een bepaalde richtingsgevoeligheid, of niet? En hoe zit het met de antenneversterking? Over "versterking" ("gain") gesproken: wat is dat eigenlijk? Het idee van antenneversterking berust op het feit dat richtingsgevoelige antennes de uitgestraalde energie focusseren. De antenneversterking kan op twee manieren worden gedefinieerd: als de versterkingsfactor ten opzichte van een dipoolantenne voor dezelfde frequentie, en als de versterkingsfactor ten opzichte van een theoretische antenne.
De versterking van een antenne is niets anders dan de verhouding(meestal uitgedrukt in dB) van de vermogens die in een bepaalde richting door de twee antennes(referentie antenne en de testantenne) worden afgestraald. Wanneer er voor de antenneversterking bijvoorbeeld 6dB wordt gegeven, wil dat zeggen dat in de gespecificeerde richting het vermogen 6 maal hoger is dat bij de referentie antenne waaraan hetzelfde vermogen wordt toegevoerd.
Dit geeft het volgende (theoretische) overzicht:
Dipool | Ingestuurd | Uitgestuurd | Vermogenswinst | Winst in dB |
1 element | 1 | 1 | 1 | 0 |
2 elements | 4 | 2 | 2 | 3 |
3 elements | 9 | 3 | 3 | 4.8 |
4 elements | 16 | 4 | 4 | 6 |
Dit geldt voor
zowel het aantal elementen als het aantal gekoppelde dipolen.
Wel met de opmerking dat de dipolen volledig in fase staan en
alle verliezen niet meegerekend zijn! (bron:
amateurfunkantennen isbn: 3-7723-6371-7)
Maar wat mot je er eigenlijk mee? Nou voor ontvangst is dat vrij simpel. Richtingsgevoeligheid en versterking komt goed van pas bij ontvangen. De AM en FM- omroepbanden zijn verdeeld in kanalen, zodat in de meeste gevallen de interferentie door naburige kanalen wordt voorkomen door de selectiviteit van de ontvanger. Door gebruik te maken van richting en versterking kan je eenvoudiger sturen op één bepaald station en deze ook daadwerkelijk uit de 'ruis' halen.
Voor het zenden
komen zijn meerdere onderdelen belangrijk. De echte amateur
grijpt altijd naar de staande golf meter(VSWR-meter) om de
antenne in te korten tot die lengte waarbij een minimaal
vermogen wordt gereflecteerd. Lees hier meer over onder: metingen
Dit betekent dat al het vermogen wat door de zender
wordt opgewekt, ook daadwerkelijk door de zender wordt
uitgestraald. Wanneer dit niet het geval is, blijft er
zogenaamd vermogen zitten en kan dit zelfs schade aan de
zender opleveren! Kortom: Meten is weten...
VSWR = Voltage Standing Wave Ratio
De doublet antenne, of gewoon de dipool. Er worden twee berekeningen getoond op basis van de 50-en 75 Ohms versie. De laatste is goed te gebruiken als ontvangst antenne en is beperkt als zendantenne bruikbaar(laag vermogen).
75 Ohm
De lengte(L) van deze dipool wordt bepaald door de frequentie waarop je wil uitzenden. L= 71/F(meters), waarbij F the frequentie is in Mhz.
50 Ohm
Gedeelte A is de
metalen pijp waarop mede afgestraald wordt. Hij fungeert
eigenlijk als reflector van gedeelte C. Waardoor de dipool
richtingsgevoelig wordt en dus tevens een versterkingsfactor
heeft(boven uitgelegd). Goed de arm B is een vierkante pijp
2.5 cm dik en de pijp C is 2.5-3.5 cm dik. De berekening voor
de lengte van B : maximale lengte = 0,95*150/F en F is wederom
in Mhz. De lengte van C: per locatie verschillend, en wordt
tevens bepaald door onmiddellijke omgeving en de objecten die
de antenne karakteristiek kunnen beïnvloeden, maar gaat als
volgt:
(300/F)/2 * 0,85= totale lengte in meters. De kern van
de coax wordt verbonden aan de bovenkant en de mantel aan de
onderkant.
Antennes koppelen:
Om de versterkingsfactor te vergroten(aantal Db's) en daardoor 'harder' te worden, is het mogelijk om antennes te koppelen(zie ook 4 dipolen rechts op page). Dit kan door middel van een koppelbalk, de koppelbalk is voor de volledigheid 1 op1 overgenomen, en heeft verder weinig toelichting nodig.