Sinds 31 maart 1969 is het pas mogelijk om te luisteren naar stereo...Een fenomeen wat dus eigenlijk nog niet zo lang bestaat cq.aanwezig is op radiogebied. Bestaande ontvangers konden alleen een monosignaal(L+R) ontvangen tussen de 40 en 15000Hz., dus bij stereo uitzendingen moest het stereosignaal wel in dit frequentiegebied liggen.
38Khz draaggolfEen onhoorbare draaggolf op 38khz wordt dan ook meegezonden om het verschilsignaal op te wekken(L-R). De mono ontvanger kan dan mono blijven ontvangen(L+R) en degene die een stereo ontvanger hebben ontvangen het volgende : (L+R) +(L-R) = 2L en (L+R) - (L-R) = 2R Het L-R signaal is een AM gemoduleerd signaal op een draaggolf van 38Khz, het voordeel van AM modulatie is dat de bandbreedte beperkt is en dus niet of nauwelijks van invloed is op het zendvermogen. 19khz PiloottoonOm de fase te bepalen van de 38Khz draaggolf is er een 19khz hulpdraaggolf aanwezig(ook wel piloottoon genaamd). Deze zal ook in het spectrum aanwezig zijn en schakelt de decoder in de ontvanger in. Zie hieronder het volledige schema/het multiplexsignaal/MPX:Bereik met stereoVeel mensen zeggen dat stereo-uitzendingen op de afstand slechter te ontvangen zijn dan mono-uitzendingen. Dit is voor een gedeelte waar. Bij een stereo-uitzending is bij ontvangst in stereo de signaal-ruis(R/S) verhouding van het geluid (t.g.v. de grotere bandbreedte van de ontvanger) ongeveer 23db slechter dan bij een mono-uitzending. Wanneer de ontvanger weer op mono staat is de signaal-ruis verhouding maar 1db slechter. Kortom te weinig om het verschil te kunnen horen!Technische eisenOm als station een goed geluid te produceren is het van belang een stereocoder te hebben die aan een aantal voorwaarden voldoet:* Piloottoon * Prè - emphase * Filtering van 19khz uit audio * Niet-lineaire vervorming * Signaal- ruis verhouding * Overspraakdemping(kanaalscheiding) 1) Pilloottoon Deze moet sinusvormig zijn, zo niet, dan worden er andere storende draaggolven meegezonden. De frequentiezwaai wordt daardoor onnodig breed en valt dus buiten de 75khz gebied. De afwijking t.o.v 19.000Hz mag niet meer dan 2Hz zijn, dit is maar : 0.1promille.De piloottoon komt tot stand door gebruik te maken van een aantal standaard IC's (Bijv. NL7313). Om zeker te zijn van een juiste afstelling kan je het best gebruik maken van een frequentieteller. Wanneer dit niet het geval is treden onherroepelijk fasefouten op, en deze fouten zorgen voor een welbekend probleem: verminderde kanaalscheiding. kanaalscheiding over links en rechts en direct reproduceerbaar door èèn van de twee audiopluggen te verwijderen. 2) Prè - emphase Er wordt verondersteld dat bij een mono-uitzending de hoge tonen(0.7 tot 15khz.) "Sterker" worden uitgezonden dan de lage tonen(40 tot 700Hz.), waarna ze in de ontvanger weer verzwakt worden. Dit heeft tot gevolg dat de signaal-ruis verhouding beter wordt. Dit heet prè-emphase. Belangrijk hierbij is dat de hoge tonen evenveel versterkt als verzwakt worden om een zo recht als mogelijke overdrachtskarakteristiek te verkrijgen.3) Filtering Wanneer er een 19khz signaal uit de coder komt in de ontvanger ontvangt met een fluitsignaal. Een signaal wat veroorzaakt wordt door te kleine onderdrukking van het 19khz signaal binnen het MPX spectrum. Minimaal moet deze 20db onderdrukt worden.4) Signaal ruis verhouding Deze is een maat voor de hoeveelheid ruis die door de coder zelf geproduceerd wordt. Hoe lager de kwaliteit van de stereocoder, des te slechter de signaal-ruis verhouding.5) Overspraakdemping In principe het belangrijkste onderdeel, de overspraakdemping of ook kanaalscheiding genaamd. Te testen aan de hand van de insturing vanuit het stokken master
Heeft u aanvullende info: |