Inleiding
Door middel van de radio zendtechniek worden elektrische
informatie signalen overgedragen tussen twee of meer punten.
We spreken dan van een radioverbinding. De eigenlijke
verbinding is dan de ether ofwel het medium. Vele
basisschakelingen uit de radio zendtechniek worden ook
gebruikt in de ontvangst techniek. Voorbeelden hiervan zijn:
versterkers, filternetwerken, oscillatoren enz.
Door de genoemde schakelingen te combineren ontstaan zendontvangst systemen die transceiver genoemd worden. Sommige schakelingen van de zender worden ook gebruikt in de ontvanger.
Het begrip transceiver is dus een samentrekking tussen : zender(transmitter) en ontvanger(receiver). Het transceiver principe wordt oa. toegepast bij portofoons en mobilofoons.
Algemene opbouw zenders
Een radiozendersysteem bestaat tenminste uit een:
- Draaggolf oscillator
- Modulator
- Eindtrap
- Antennesysteem
De oscillator genereert een
sinusvormige draaggolf spanning met een bepaalde frequentie.
Met behulp van de modulator en het oscillatorsignaal wordt de
elektrische informatie naar het gewenste draaggolf spectrum
getransformeerd. Vaak wordt de modulator gevolgd door een
converter die het signaal omzet naar de uiteindelijke
zendfrequentie. Door middel van de gekoppelde eindtrap wordt
het signaal versterkt en uiteindelijk met het antennesysteem
uitgestraald.
FM zenders
FM zenders kunnen worden opgebouwd volgens:
-de indirecte methode
-de directe methode
Bij de directe methode wordt de draaggolf oscillator direct gemoduleerd door het informatiesignaal.
Bij de indirecte methode wordt er uitgegaan van een vaste draaggolf frequentie waarbij door middel van fasemodulatie een FM-signaal wordt gegenereerd. In dit geval maakt men ook gebruik van het zogenaamde PLL systeem. De draaggolf word opgewekt door een kristal oscillator met uiteindelijk resultaat een veel kleinere frequentiezwaai.